donderdag 30 december 2010

Cusco en de Valle Sagrado

CUSCO
Cusco geeft ons bij de eerste aanblik een zeer postieve, weliswaar een Europese indruk. Het is een zeer toeristische stad, maar mede daardoor is het ook een van de properste en gezelligste steden dat we al zagen in Zuid-Amerika!
Ideaal dus om wat praktische zaken te regelen. Bart laat zich verwennen bij de kapper, onze schoenen worden door schoenmaker voor onze ogen hersteld en we doen wat kestinkopen voor die arme koude zieltjes in het België.

Cusco staat ook bekend als de eerste Quechua-hoofstad in Incaland (Misschien een korte verduidelijking: Wij toeristen en Westerlingen gebruiken verkeerdelijk het woord Inca. DE Inca´s bestonden of bestaan niet, het zijn Quechua´s (zoals die rugzakken en kousen van den Decathlon) en de leider van de Quechua´s dat was een Inca (zoals wij een koning een koning of een keizer een keizer noemen)).
Jammergenoeg hadden de Spanjaarden er veel plezier in om de prachtige bouwerken van de Inca's kort en klein te slaan en is er daardoor veel van de cultuur verdwenen. Maar gelukkig zijn er toch nog een paar schatten bewaard gebleven en hebben de Peruanen de nodige interesse om deze te bewaren en te restaureren.

De Incatrail kun je jammer genoeg niet op je eentje doen, dus is het belangrijk een goed en goedkoop (want sommigen durven echt met woekerprijzen domme toeristen te overtuigen, vergelijk 250 dollar die Annebel betaalde met de 500 dollar die veel toeristen op voorhand betaalden) agentschap te vinden. Eenmaal geboekt moeten we nog drie dagen wachten vooraleer we aan de trek kunnen beginnen. Tijd genoeg dus om de andere mooie ruïnes in de omgeving te bezoeken.

Plaza de Armas by night, Cusco.

Annebels rugzak laten herstellen nadat de muizen er gretig aan hadden zitten knabbelen.

De mama bellen op haar verjaardag.

San Blas, Cusco

Hoe maak ik cocaïne?

Dikke kaken van de coca-bladeren, wij liepen er ook zo bij op de Inca-trial.



VALLE SAGRADO ofte de heilige vallei ofte de Milky Way op aarde


Onze eerste stop is Ollantaytambo, nadat we weer eens in 'de zak' werden gezet door die Peruaantjes (wat zijn ze toch goed in het toevallig de verkeerde prijs te vragen...) komen we aan in een klein prachtig dorpje met traditionle klederdracht en mensen met echt indiaanse trekken in het gezicht. En ook de ruïnes zijn meer dan de moeite!
Wat waren die Inca's toch zot... Jaren deden ze erover om tempels de bouwen voor hun goden en alles klopt perfect! De eerste zonnestralen op 21 juni (ook het begin van hun zomer) vallen precies door het raampje van de zonnetempel, de volledige ruïne heeft de perfecte vorm van een lama en als je naar de berg recht tegenover de ruïnes kijkt zie je een volledig uitgehouwen inca gezicht in een immense rots.
Ook van de manier van bouwen kunnen de huidige inginieurs nog iets leren (of toch deze hier in Peru). Voledige muren uit massieve rotsblokken (tot 80 ton) perfect op elkaar passend, zelfs gepolierd met zand, water en steen en de ene voorzien van een bult en de ander van een kuiljte (de zogenaamde mannelijke en vrouwelijke rotsen...), waren bestand tegen zware aardbevingen. De ´tempels´van de katholieke Spaanse conquistadores overleefden de meeste aarbeveingen niet, deze van de Inca´s en pre-Inca´s,  die toch veel ouder zijn, deden dat wel. Dat is dan ook de reden waarom de huizen in Ollataytambo nog steeds voor de helft bestaan uit Inca bouwwerk.

Tijdens de terugweg besluiten we om nog even te stoppen bij las Sallineras de Marras, of de zoutmijnen. Echt raar om te zien hoe er midden in de bergen plots honderden zoutterrassen tevoorschijn komen en zeer interessant om te zien hoe de mensen er nog steeds op een primitieve manier zout uit de berg halen. Het was dan ook echt een stopje waard!

De volgende dag was Pisac aan de beurt. Aangezien we toch al gewoon zijn aan het stappen en het ook een goeie training zou zijn voor de Inca trail besloten we om te voet naar boven te gaan en geen dure toeristentaxi te betalen. En weer namen we de beste beslissing. Onderweg geen toerist te zien, enkel een lokale jongen van 16 op weg naar huis met een zak aardappelen op de rug. Een betere en goedkopere gids kun je je niet wensen! Hij vergezelde ons de hele tijd en gaf ons bij iedere ruïne, geneeskrachtig kruid of bepaald uitzicht uitleg. Hoe ingenieus en toch weer logisch en eenvoudig alles ineenzat en hoe de samenleving in die tijd draaide...
Onze ´gids´ had zijn fooi en ´galletta´(een koekske) meer dan verdiend, al had hij liever een balpen gekregen...

Typische kletse of kale Peruaanse honden (met punkerkuif).

Zicht op Ollantaytambo.



Den grote Inca en zijn madam.


Typisch voor de regio, naast een kruisbeeld ook 2 koebeesten op uw dak, goed voor de vruchtbaarheid, tschijnt...


Las Salinera de Marras, zoutpannen leveren een surrealistisch landschap op, op amper een uur klimmen.



Eerst een stuttje eten  in Pisac (Patrijs in het Quechua) vooraleer de klim naar de ruines aan te vatten.


Onze gids Eriberto.


La reina op haar troon.

Pisac.

Annebel in de tranchees.

zaterdag 25 december 2010

Feliz Navidad y Próspero Año Nuevo


Een geestig kerstfeest hebben jullie al gehad, dus wensen we jullie nu alvast een schitterend 2011!!!
Sterkte voor zij die het nodig hebben en de leute voor al de reste!

Annebel en Bart vanuit La Paz

PS de foto's zijn vanop de Machu en Wayna Picchu.



Nog wat Cañon de Colca

Blijkbaar was de papa een beetje bruin...


Aimabele oma in traditionele, maar dagdagelijkse klederdracht van de Colcacañon.



Over Lima en lijntjes en canyons


Olla, weer een tijdje geleden.

Ondertussen zijn we in La Paz, Bolivië, aanbeland na gisteren, op de vooravond van Kerstmis, de Huayna Potosi (een 6000der) te hebben beklommen. Maar eerst even terug naar een 4tal weken gelden.


LIMA
Na de Santa Cruz trek de nachtbus richting Lima genomen om weer mens te worden en de drukte van België eventjes aan de lijve te ondervinden. Gigantische stad, veel Pisco Sour, koloniale gebouwen, uitlaatgassen (dat zul je nog soms horen, want bijna elke grote stad heeft zijn geurtjes) en parken. Ideaal om je een dag of twee bezig te houden en eens het varken door de bieten te jagen...

Lima ligt in het midden van Peru en hoe meer je zuidelijker trek, hoe toeristischer en dat merk je ook aan alle prijzen, ook de busmaatschappijen. Dus wat doet elke verstandige mens, er rekening mee houden dat als je een even goeie nachtbus wilt als in het noorden een beetje meer betalen. Wij niet dus... Onze Ormeño-bus richting Nasca vertrekt een goeie 40 minuten te laat, rijdt blijkbaar niet rechtstreeks maar stopt iedere vijf minuten om mensen op te laten stappen of straatventers hun heladitos, gelatinos, sanduches of nen cocca te laten verkopen. Als we dan toch uiteindelijk onze bestemming naderen besluit de chauffeur gehoor te geven aan zijn knorrende maag en stopt langs een louche wegrestaurant (je ziet ze in Amerikaanse films).


Gigantische stad gebouwd op kliffen (die bij elke aarbeving wat afbrokkelen en wat huizen aan de zee toevertrouwen) boven de zee.

Viva el Pisco Sour, dachten we toen nog...
Hoofdpijn is helaas ons deel.

Een niet echt benijdenswaardige job, verkeer regelen in Lima. Gelukkig heeft blauw tegenwoordig kotjes om hoog en droog in te staan zonder steeds weer in het hospitaal te belanden.

Allures van echt Westerse grootstad, inclusief Coca Cola.

Schitterende lichtshow in het park der fonteinen




NASCA
De volgende ochtend vertrokken om te gaan zien of die lijnen van de Nasca's er nog steeds liggen. Een vluchtje erboven laten we links liggen wegens een zwakke maag van beiden en het feit dat je in een 45tal minuten vliegen de helft van de tijd de wolken kunt bewonderen en de andere helft de lijnen. Dan maar naar een natuurlijke en een metalen mirador of uitkijkpost gereden waar je de lijnen en een 3tal figuren kunt bewonderen (van de tientallen figuren van dieren, honderden geometrische vormen en duizenden lijnen en lijnenspellen  in het woestijnzand). Impressionant, niet te begrijpen en je kunt er weken over filosoferen over het hoe en waarom; dat zijn de zaken die bij ons opkomen. Sterren hebben er in ieder geval iets mee te maken. Nadien een bezoekje aan het museum opgedragen aan de Duitse Maria Reiche, die haar ganse leven gewijd heeft aan het onderzoek van deze lijnen en daardoor een oude-jonge dochter is gebleven. In de namiddag onder een loden zon (wat kan het heet zijn begin december) het Cementerio de Chouchilla bezocht, alwaar een aantal intacte graven zijn teruggevonden van de mannen, die de lijnen van de voormiddag uitdachten en gebruikten in het rituelen. Deze notabelen van het volk van de Nasca bleken echte rastamannen te zijn en hoe langer je rastakrul, des te belangrijker je was.



Heet weer daar in die steenvlakte vol lijnen.



De handjes.

Zicht op de Arbol of , jawel, boom.

Het busje van Maria, een Volkswagen natuurlijk of wat dacht van een Duitse,

Het heeft toch wel iets vreemds om door een woestijnlandschp te lopen waar je her en der menselijke beenderen en stukken verweerd textiel ziet liggen...

Woar is min puppe?

Zelfs kleine mannen hadden al rastas.


AREQUIPA en CAÑON del COLCA
Een ezel stoot zich geen 2 maal aan dezelfde steen en dus met andere busmaatschappij de nachtbus richting Arequipa, want daar in de buurt ligt de 2e diepste canyon ter wereld, deze van de Colca. Na een zoektocht om een goedkope driedaagse richting Colca te ondernemen (meer dan 150 agentschappen op een scheet van elkaar) geboekt voor 150 soles per persoon (37 euro).  In de namiddag wat rondgetsjoold in de straten van dit schone stadje en vroeg onder de veren want om 3u ´s morgens vertrek richting Chivay alwaar onze zoveelste trekking kan starten. Blijkt dat we met een groep van 10 personen zijn (er was ons beloofd max 8) en bovendien betaalden sommigen 120 soles en anderen 180 soles. (Later zullen we nog een aantal keer ondervinden dat de Peruanen, zeker in het zuiden van Peru echt wel de knepen van het vak kennen om toerististen in de zak te zetten en teveel soles uit hun portemonne te rammelen.)


De groep, twee Hollanders, twee Spanjaarden en 4 Amerikanen blijkt heel goed mee te vallen 

Eerste stop in het Parque de Cañon del Colca is Cruz del Condor, alwaar, zo beweren alle toeristische agentschappen, steeds Condors, keizers van de lucht, te zien. Alleen vertellen ze er niet bij dat die vogels soms eens een ei moeten leggen en dat ze dat liefst uit het zicht van de blanke gringo doen. Jammer voor diegenen die enkel een rit betaalden richting Cruz del Condor, dure rit, met een prachtig landschap, dat wel, helaas zonder Condors.
En wat blijkt, wanneer we een stukje verder aan de eigenlijke trek beginnen, zien we hoog in de lucht 2 Condors boven ons hoofd cirkelen, eat this samsonite-valieze toeristen!
Daarna onze afdaling van 1200 m in de canyon gestart om te eindigen in San Juan de Chucco. Dag 2 richting Sangalle el Oasis over de dorpjes Cosñihua en Malata, waar de lodge El Paraiso (jaja de naam zegt het al, met zwembad, helaas zonder schonen in strooien rokjes).  Onderweg heel wat van het lokale, authentieke leven in de canyon gezien. De Sangalle is een oase opgebouwd uit oude terrassen die nog steeds bevloeid worden, waar heel wat exotische planten groeien en waar wij toeristen een aangenaam rustoord vinden vooraleer de klim uit de canyon te beginnen. Want dat is wat we de volgende ochtend mogen of beter moeten doen, een klim van 1100 m naar Cabanaconde, waar ons ontbijt wacht. Om de zon en de hitte voor te zijn starten we om 5u in de morgen en na een kleine 2 uur staan we kletsnat te drogen in de ochtendzon. Na tussenstops in opnieuw Cruz del Condor en een aantal andere toeristenvallen (dorpjes bevolkt met enkel en alleen leurders en verkopers van ‘artisanale’ producten) terug in Arequipa aanbeland waar onze nachtbus richting Cusco staat te wachten.

Annebel en Bart incognito.
Arequipa


Geen Condor te zien...
Kleine, authentieke dorpjes.

Het is een regio waar de tijd is blijven stilstaan en de ezels nog van de bomen eten.


De oase van de sangalle in zicht... Schitterend groen in een droge en ruige omgeving.

Meer foto's in een volgende deel...